1. Elk jaar, te beginnen met tweeduizend achttien, kan er worden beschikt over een prijs voor een meest waardig gekeurd, nog ongepubliceerd, in Nederlands proza geschreven essay waarin in een driejaarlijkse cyclus het behoud van het Nederlandse letterkundige, taalkundige en geschiedkundige cultuurgoed centraal staat. Een essay kan gekarakteriseerd worden als ‘beschouwend proza’. Het mag een verhaal vertellen en moet daarbij vooral authentiek en persoonlijk zijn, een stem laten horen en wegblijven van loze en gratuite verzinsels. Het essay kan worden gekarakteriseerd als ‘denken op papier’: al zoekend en proberend perspectief te krijgen op wat voordien vaag en duister was. Het kan leiden tot waarheidsvinding en vergroting van kennis, maar is niet wetenschappelijk.
2. De inzending moet passen in het overkoepelend thema ‘De eigen natie in kosmopolitisch perspectief’ of liggen in het verlengde daarvan, waarbij ieder jaar aan het overkoepelende thema een meer specifiek geformuleerde invulling kan worden gegeven met een subthema.
3. De prijsvraag valt onder de verantwoordelijkheid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in nauwe samenwerking met het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap, het Genootschap Onze Taal en de Stichting Elise Mathilde Fonds.
4. De inzendingen bewegen zich beurtelings op het gebied van:
a. de Nederlandse literatuur en/of literatuurgeschiedenis (2018, 2022)
b. de Nederlandse taal en/of taalgeschiedenis (2019, 2023)
c. de Nederlandse geschiedenis en/of geschiedeniswetenschap (2021, 2024).
In het ‘coronajaar’ 2020 is geen prijs toegekend.
5. De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag en is niet bedoeld voor gevestigde namen, maar voor mensen die aan het begin van hun carrière staan (ongeacht leeftijd).
6. Het essay heeft een omvang van tussen de 2000 en de 5000 woorden. Het maximale aantal woorden is afhankelijk van de publicatievorm en zal jaarlijks door de uitschrijvende partij worden vastgesteld.
7. De uitverkoren inzending zal jaarlijks worden gepubliceerd in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde c.q. op de websites van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap en het Genootschap Onze Taal. Daarnaast nemen de drie partners de inspanningsverplichting op zich de bekroonde inzending ook in andere relevante tijdschriften te laten opnemen.
8. De hoogte van de prijs wordt bepaald door de Stichting Elise Mathilde Fonds en bedraagt in 2023 en 2024 € 5000.
9. De inzendingen moeten uiterlijk 1 februari van het maatschappelijk jaar waarin de prijs wordt verleend worden toegezonden aan de organisatie die het thema van dat jaar draagt. De inzendingen worden geanonimiseerd voordat zij aan de juryleden worden gestuurd.
10. De toekenning van de prijs geschiedt door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, gevestigd te Leiden, op voordracht van een voor ieder der drie prijzen te benoemen jury van maximaal vijf leden.
11. De jury wordt benoemd vóór 1 november van het maatschappelijk jaar waarin de prijs kan worden verleend. Deze jury treedt in haar geheel af na de bestuursvergadering waarin de prijs is toegekend of toegekend had kunnen worden.
12. De jury dient haar voordracht in bij het bestuur van de Maatschappij, uiterlijk 1 mei van het maatschappelijk jaar waarin de bekroning kan geschieden. Deze voordracht gaat vergezeld van een schriftelijke motivering.
13. Kan het bestuur van de Maatschappij zich niet met de voordracht van de jury verenigen, of komt naar het oordeel der jury geen enkele inzending voor bekroning in aanmerking, dan wordt de prijs niet toegekend en komt hij dat jaar te vervallen.
14. Het bestuur is niet bevoegd de prijs te splitsen en te verdelen over meerdere inzendingen.