Bij Uitgeverij Lias is het nieuwe boek van Caroline de Westenholz verschenen, Albert Vogel 1924-1982. Voordrachtskunstenaar en mecenas. In 2024 is het honderd jaar geleden dat Albert Vogel werd geboren, de voordrachtskunstenaar die de Nederlandse literatuur… lees verder…
In 2023 werd de bundel Het nodige breken, het poëziedebuut van Sara Eelen, door de MdNL bekroond met de Debutantenprijs. Nu verschijnt binnenkort bij Uitgeverij Querido een nieuwe bundel poëzie van haar hand: Kratermond. Van de… lees verder…
Stel je schrijft een roman waarvan je hoopt dat het een klassieker zal worden. Welke naam geef je je hoofdpersonage? Na het volkrabbelen van een half blocnote met honderden namen, allemaal doorgestreept, staat het er ineens: Gerard Termorshuizen. Hoe kom je er op? Je bent niet zeker, maar toch. En dan zie je het voor je. Een man met golvend donker haar, en een volle baard die een geprononceerde kin aan het zicht onttrekt. Een rijzige gestalte, met priemende blik. Een mooie kop. Wild ogend, maar toch met een vriendelijke uitstraling, die je doet denken aan de Indische Humboldt, Franz Wilhelm Junghuhn. Ik stel me Gerard voor, staand aan de rand van een krater van een vulkaan op Java. Dan begint het verhaal, alleen is Gerard geen romanfiguur. En ik schrijf geen romans.
Jarenlang fietste Gerard bijna dagelijks op en neer van Sassenheim naar Leiden. Naar de universiteit. Al even niet meer. Het palmares van Termorshuizen was wel een verdomd mooie boektitel geweest. Nogmaals: ik schrijf geen romans. Gerard houdt van de Tour. Net als ik. Af en toe maken we een fietstochtje samen. En als het zo uitkomt kijken we graag samen naar de Koninginnerit in de Alpen of Pyreneeën. Twee ‘kenners’ zitten dan aan de buis gekluisterd.......