In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.
Een aalmoes in Tölz
Vijfentwintig afleveringen geleden haalde ik wat herinneringen op aan F.B. Hotz en vertelde dat hij twee maal een verhaal bijdroeg aan het mede door mij geredigeerde blad Tirade. Een van die verhalen, ‘Een aalmoes in Tölz’, vond hij naderhand niet goed genoeg om te worden gebundeld. Ook in zijn verzameld werk zal men het tevergeefs zoeken. Wel verscheen het in 1983 in een roofdruk, als eerste product van de obscure Vlaamse uitgeverij Het Kanon, en in 2017 in een bibliofiele editie bij de Statenhofpers. Aan die laatste versie is een nawoord toegevoegd van Jan Paul Hinrichs, met allerlei interessante achtergrondinformatie die ik hier niet ga dupliceren.
Toen ik ‘Een aalmoes in Tölz’ voor het eerst onder ogen kreeg, was ik niet erg enthousiast, maar ik had er nu eenmaal om gevraagd, en het was ook weer niet zo slecht dat ik het wilde afwijzen. Wel liet ik Hotz weten dat ik een beetje teleurgesteld was. Blijkens een mededeling aan H.W. Kunst van 19 juni 1977, te vinden in het brievenboek Een beetje levensbestemming, had hij daar zowaar begrip voor.
Wat mij zoveel jaren later alsnog treft is het titelwoord ‘aalmoes’. Een mooi Nederlands woord, dat helaas zo ouderwets heet te zijn dat men het heeft verwijderd uit de pas herziene vertaling van de Bijbel, toch een boek dat het van gedragen taal moet hebben. Ten gerieve van gelovigen en andere geïnteresseerden is ‘aalmoes’ vervangen door de omslachtige omschrijving ‘iets geven uit barmhartigheid’. Nu vraag ik me af wie van ons tweeën de meest barmhartige is geweest, Hotz door mij iets te geven of ik door het niet te weigeren.
Tenslotte valt hier nog te melden dat wie nieuwsgierig is naar ‘Een aalmoes in Tölz’ terecht kan bij de immer barmhartige DBNL. Gewoon de titel intikken en je krijgt de tekst, helemaal gratis.
Jaap Goedegebuure