In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.
I.M.
Tijdens het recente Nederlands Film Festival ging voor een klein publiek Michiel van Erps vierdelige televisieserie over Ischa Meijer in première. Belangstellenden die zich uitgesloten voelen, hoeven hun ongeduld niet lang te verbijten, want over een paar maanden krijgen ze alles uitgeserveerd op NPO2. Ik zag al twee keer een teaser voorbijkomen waarin Ischa, alias Ramsey Nasr, kennis maakt met de door Wende Snijders vertolkte Connie Palmen, en bij die gelegenheid als een rijpe peer voor haar valt. De scène speelt zich af in het Amsterdamse café Eik en Linde, de locatie waar van 1984 tot 1993 het wekelijkse radioprogramma Een uur Ischa de lucht in ging. Ik heb er sterke herinneringen aan, niet alleen als luisteraar, maar ook als gast. In het voorjaar van 1992 kreeg ik naar aanleiding van mijn pas verschenen boekje Nieuwe zakelijkheid de uitnodiging om met de befaamde, zelfs gevreesde interviewer in gesprek te gaan. Zo’n sessie was niet zonder risico’s. Valse pretenties, humbug en ijdeltuiterij werden door Meijer altijd genadeloos doorgeprikt en belachelijk gemaakt. Vooraf placht hij zich een beeld te vormen van de verborgen kanten van zijn slachtoffers en stippelde een strategie uit om die bloot te leggen. Dat kwam dikwijls neer op een schaakpartij waarbij de tegenstander binnen een kwartier mat stond.
Nadat Ischa had afgetrapt met de constatering dat er over mijn boekje helemaal niets lelijks te zeggen viel, gevolgd door wat schimpscheuten richting literatuurwetenschap, stootte hij door naar het door hem vermoede geheim. Ik schreef toch recensies? Was dat geen armetierige bezigheid? Had ik nooit de behoefte gevoeld om me daarboven te verheffen met behulp van een zelf gewrocht gedicht of een eigenhandig gecomponeerde roman? De vraag was niet ongebruikelijk, en dus zocht ik naar een tegenzet die niet meteen voor de hand lag. Als ik me al aan de creatieve arbeid zou zetten, dan moest het resultaat uitsteken boven het gemiddelde peil van de Nederlandse literatuur. Maar om zoiets nou uit mijn tenen te halen – daar was ik te lui voor. Ischa kraaide vergenoegd. ‘Zo zie je maar hoe zo’n gesprek kan leiden tot een kijkje in de afgrond! Onvoorstelbaar! Overigens heel leuk wat u zegt! Ga door!’ Ik wilde wel, maar toen was het programma al zowat voorbij.
In 1994 maakte Ischa Meijer de overstap van de radio naar RTL 5, waar hij vijf avonden in de week een talkshow had. Dat moordende tempo werd hem, tomeloze workaholic, binnen een jaar fataal. Hij overleed op 14 februari 1995, zijn verjaardag, en toevallig ook de verjaardag van een man met wie ik destijds goed bevriend was. Toen die man in 1998 gewaar werd dat zijn vader in Connie Palmens Ischaboek I.M. in ongunstige zin ter sprake was gekomen, nog wel in een van Ischa afkomstige quote, en ik daar in mijn bespreking voor HP/de Tijd niet tegen had geprotesteerd, liet hij me weten dat hij niet langer mijn vriend wilde zijn. Jammer dat Ischa dat niet meer heeft meegemaakt, Had hij kunnen zien dat het beroep van literatuurcriticus heel wat lastiger kan zijn dan de professie van romancier of dichter.
Jaap Goedegebuure