Zojuist is een nieuwe aflevering van Indische Letteren verschenen, het derde nummer van deze jaargang. Het tijdschrift van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde bevat deze keer vijf artikelen die alle betrekking hebben op het symposium De Indonesische stem, dat eind vorig jaar plaatsvond.
Het nummer opent met een artikel van Alicia Schrikker, getiteld ‘De ontvoering van Tapan en Tjanga. Verhalen en momentopnames uit de koloniale archieven’. Judith Bosnak behandelt in ‘Van hymnes en de wonderlijke “Ander”‘ de javaanse reizen van Poerwolelono (1860-1875) en Willem van der Molen beschrijft in zijn artikel ‘Hoe gaan wij in Indië met elkaar om?’ de standpunten hierover van de Chinees Ho Ko Sing (1825-1890). In het gezamenlijke stuk van Christina Suprihatin en Coen van ’t Veer komen de twee enige Nederlandstalige romans van Indonesiërs aan bod, beide geschreven door vrouwen. Het tijdschrift besluit met een artikel van Arnoud Arps over historische sleutelmomenten in Iksaka Banu’s korte verhalen.
Indische Letteren, 35ste jaargang, nummer 3, september 2020.Â
Via de website van Uitgeverij Verloren kunt u zich abonneren op het tijdschrift.