De bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, sinds 1876 ondergebracht bij Universitaire Bibliotheken Leiden, bevat meer dan honderdduizend gedrukte werken, maar ook handschriften, archieven en verschillende deelcollecties. In deze rubriek Uit de bibliotheek belicht een auteur een bijzonder of opmerkelijk object uit de omvangrijke collectie van de MdNL. Voor deze aflevering kiest Kasper van Ommen het Leidse handschrift van Der minnen loep:
Door Kasper van Ommen
Als klerk, baljuw en diplomaat maakte Dirc Potter (ca. 1370-1428) carrière in dienst van de Hollandse graaf. Hij is echter ook bekend als auteur, onder meer van een leerdicht in elfduizend verzen over de ontwikkelingsgang van de liefde. Vermoedelijk schreef hij Der minnen loep tijdens een bezoek aan Italië in 1411-1412.
Wat passend is in de liefde en wat niet behandelt Potter in vier boeken over achtereenvolgens: ghecke minne (ondoordachte liefde), goede minne (van verkering tot intiemer lichamelijk contact), ongheoirlofde minne (incest, homoseksualiteit, verkrachting) en gheoirlofde minne (de coïtus, alleen voorbehouden aan gehuwden). De theorie wordt toegelicht met zo’n zestig praktijkvoorbeelden: liefdesgeschiedenissen ontleend aan de Bijbel en het werk van de Latijnse dichter Ovidius.
De primitieve waterverftekening in het Leidse handschrift van Der minnen loep (vervaardigd in 1486) toont het tragische slot van de geschiedenis van Hero en Leander. In dit verhaal over sterven-aan-de-liefde zwemt Leander regelmatig ’s nachts de Hellespont over om heimelijk zijn beminde Hero te bezoeken. Als het eens langdurig stormt, blijkt zijn verlangen te sterk om nog langer te wachten en verdrinkt hij tijdens de oversteek. Als Hero het lijk van Leander vindt, verdrinkt zij zichzelf in zee. De onbekende schilder beeldt het dode lichaam van Leander twee keer af: een keer aangespoeld op de kust en een keer omarmd door Hero in zee.