In deze rubriek neemt Jaap Goedegebuure ons mee op een sentimentele reis langs zijn boekenkasten. Als hem bij een bepaalde titel een herinnering of een anekdote te binnen schiet, deelt hij die met ons.
Démasqué der schoonheid
Schrijversweduwen zijn er in allerlei soorten en maten. Je hebt er die van hun weduwschap een levenslange eredienst maken, de biograaf van manlief aan de hand nemen en woord voor woord diens levensverhaal dicteren. Een enkele weduwe, nog lang niet onbestorven, wil alleen maar inlichtingen over haar held verstrekken aan de biograaf die bereid is het bed met haar te delen, zoals mij met betrekking tot Rien Marsman-Barendregt uit de eerste hand werd verteld door de ervaringsdeskundigen Fred Batten, H.A, Gomperts en Nol Gregoor. Gelukkig voor mij werd Rien, volgens Albert Vigoleis Thelen ‘so geil wie Schiffersscheisse’, met Henny herenigd toen ik nog maar net op de lagere school zat. Weer andere weduwen houden alle deuren en archieven op slot, tot de dood er op volgt en er daarna ook nog eens een langdurig embargo op de nagelaten papieren rust.
Zoals met alles bestaan ook hier uitzonderingen. De aardigste schrijversvrouw die ik heb meegemaakt was Ant Faber, de weduwe van Menno ter Braak. Als informante ten behoeve van mijn Marsmanbiografie was ze niet alleen buitengewoon hulpvaardig en mededeelzaam, maar ook grappig, zeg maar schalks. Ik heb aan haar een paar fraaie anekdotes te danken.
Wanneer ze over Ter Braak vertelde, kwam er altijd een twinkeling in Ants ogen. Ze had veel van hem gehouden, maar maakte er geen geheim van dat ze hem ook een stijve hark vond. Biograaf Léon Hanssen kreeg van haar te horen dat er niet veel seksueel leven in het huwelijk zat. In de negen jaren van hun verbintenis had ze het lichaam van Menno zelfs nooit mogen aanschouwen zoals de natuur het geschapen had. Van zijn kant wilde hij absoluut niet dat zij schaars gekleed in het openbaar verscheen. Mij vertelde ze eens dat ze zich voor haar gezondheid en vertier had aangesloten bij een gymclub. Toen die een openbare uitvoering organiseerde waarop de dames hun kunsten konden laten zien, verbood Ter Braak haar daar aan mee te doen. ‘Ik wil niet hebben dat je aan heel Den Haag je blote billen laat zien,’ sprak hij streng. De schoonheid demaskeren was voor hem geen probleem, maar het lichaam van zijn echtgenote moest bedekt blijven.