Deze week is het nieuwe nummer van Indische Letteren verschenen, het tijdschrift van de Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde. Deze aflevering is geheel gewijd aan de derde Indische Letteren-lezing, die op 18 oktober jongstleden werd uitgesproken door Jacqueline Bel. De tekst van deze lezing, getiteld Een gordel van smaragd? Van Multatuli tot Birney, is in het tijdschrift integraal afgedrukt.
In het beroemde slot van de canonieke en kritische roman Max Havelaar uit 1860, waarin Multatuli koning Willem III erop wijst dat de Javaan in zijn naam wordt mishandeld, wordt de kolonie omschreven als ‘’t prachtig ryk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd…’ Later werd het gebruikelijk Nederlands-Indië aan te duiden als de ‘Gordel van smaragd’, een cliché met een tempo-doeloe-inkleuring van de tropische schoonheid van de Indonesische archipel en zijn inwoners. Alfred Birney, auteur van de bestseller De tolk van Java (2016) ‘haat’ deze term dan ook, zo meldt hij in een interview uit 2018. Elders noteert hij: ‘Geen romantische verhalen over de Gordel van Smaragd met zijn groene sawa’s en mystieke sfeer, maar levendige vertellingen over multiculturele spanningen.’ Deze verschuiving in de betekenis roept vragen op. Wanneer werd de kritische visie in de Max Havelaar vervangen door een nostalgisch tempo-doeloe-verhaal? En in hoeverre staat de Indisch-Nederlandse literatuur nu in de kritische traditie van de Max Havelaar? Welke elementen komen terug in de Indische roman die na 1860 populair wordt in de (post)koloniale literatuur? In de derde Indische Letterenlezing zal Jacqueline Bel ingaan op deze vragen, waarbij zij een tocht maakt langs een aantal Indisch-Nederlandse romans van 1860 tot nu, van de Max Havelaar tot De tolk van Java.
Indische Letteren, 35ste jaargang, nummer 1, maart 2020.Â
Via de website van Uitgeverij Verloren kunt u zich abonneren op het tijdschrift.