Het laatste nummer van de jaargang 2019 van het Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL) is onlangs verschenen en heeft als thema Theorie en de digitale geesteswetenschappen meegekregen. De voorbije decennia hebben digitale methoden de bestaande onderzoekspraktijk van de taal- en letterkunde opgeschud en van nieuwe impulsen voorzien. Eén heilig huisje wordt tot op heden echter nog vaak uit de weg gegaan: de theorie.
In het TNTL-themanummer ‘Theorie en de digitale geesteswetenschappen’ gaan taalkundigen en letterkundigen op zoek naar een antwoord op de vraag in hoeverre digitale toepassingen een antwoord kunnen bieden op de grote onderzoeksvragen van de neerlandistiek. Bestaande theorieën worden uitgedaagd, nieuwe theorieën worden gelanceerd. Enkele bijdragen zijn te lezen als een sussend verzoeningsoffensief tussen theorie en praktijk, andere kiezen juist voor de expliciete confrontatie van conflicterende zienswijzen. Wat alle bijdragen verbindt, is de bereidheid om actief en kritisch vorm te geven aan de digitale dimensie van de taal- en letterkunde. Het themanummer illustreert daarmee de voortrekkersrol die onderzoekers uit de Lage Landen vervullen in het internationale debat rond ‘Digital Humanities’.
U vindt in dit nummer onder andere artikelen van Nicoline van der Sijs (‘Historische taalkunde en Digital Humanities: samen naar een mooie toekomst’), Els Stronks (‘De macht van het woord met het getal ontleed’) en Gunther Martens (‘Computationele narratologie: ‘structuralism strikes back’ of nieuwe antwoorden op nieuwe vragen?’).
Zie voor een volledige inhoudsopgave en hoe dit nummer te bestellen de website van Uitgeverij Verloren.
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, jaargang 135, nummer 4, 2019, 121 pag, € 15,-