gepubliceerd op 20 augustus 2019
De Navorscher: over Waldie van Eck

De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde is niet alleen een van de oudste verenigingen van ons land, maar vormt tevens een imposant netwerk van wetenschappers en onderzoekers. Via onze website en nieuwsbrief wil de MdNL haar leden de mogelijkheid geven voor hun onderzoek gebruik te maken van dit netwerk, door het stellen van vragen over personen, bronnen of ander documentair materiaal.

In deze De Navorscher vraagt Hein Aalders uw aandacht voor het volgende:

Ik ben bezig met een artikel over de dichteres, vertaalster en bibliothecaresse Waldie van Eck (1896-1968). Ze figureert vaak in voetnoten van de Nederlandse literatuurgeschiedenis en ze is wel aangeduid als een literaire groupie uit de jaren twintig. Al vroeg publiceerde ze dankzij Frans Coenen verzen in Groot Nederland, maar na een kritische afwijsbrief van Adriaan Roland Holst, de poëzieredacteur van De Gids, stopte ze met dichten en legde zich toe op kinderversjes en vertalen. Als hoofd van het bibliotheekfiliaal in de Molukkenstraat in Amsterdam kon ze de voordelen van de Amerikaanse public libraries die ze dankzij een studiereis naar de VS had opgedaan, in de praktijk brengen. Haar bibliotheek werd een vooruitgeschoven post van kennis en literatuur en ze was voor veel jonge lezertjes een gids die hen voorzag van wat voor hen het beste was. Daar leerde ze in de oorlog ook de schrijver Nescio (pseudoniem van J.H.F. Grönloh) kennen. Nescio, zelf een fervente bibliotheeklener, zocht haar vaak in het filiaal op om een praatje te maken en bekommerde zich om de alleenstaande vrouw als ze ziek was. Dan kwam hij, soms met zijn vrouw, naar haar huis om haar aardappelen en groente brengen en praatten ze over hun lectuur. Waldie van Eck heeft toen ze in Amerika was een korte amoureuze relatie met de schrijver Sherwood Anderson gehad, waaruit een flinke correspondentie voortvloeide. – Het stuk staat al aardig in de grondverf maar ik zou bijvoorbeeld nog wel graag willen weten welke opleiding zij genoten heeft. Is er überhaupt nu nog iemand die haar gekend heeft (moeilijk, ze stierf in 1968) of kan iemand me verder helpen met deze vraag of wellicht een persoonlijke herinnering?

Hein Aalders

hein@uitgeverijaalders.nl

Wilt u de leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde ook een vraag of verzoek voorleggen? Aarzel dan dan niet te e-mailen naar webredactie@mdnl.nl