In mei 2018 herdacht de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde dat 125 jaar geleden vrouwen werden toegelaten tot de Maatschappij. Al eerder waren er ereleden benoemd, zoals Geertruida Bosboom-Toussaint in 1870, maar in 1893 werden de eerste dertien talentvolle vrouwen ‘gewoon lid’. Om de paar weken verscheen in 2018 een blog op deze website over memorabele momenten in de literaire vrouwengeschiedenis. Vijfentwintig talentvolle vrouwen met een belangwekkende inbreng in de letterkunde, taalkunde of geschiedenis krijgen zo een digitaal monument. Voor deze speciale laatste aflevering van Dames in Data schrijft Petra Teunissen over A. Agnes Sneller:
2018: A. Agnes Sneller viert het ‘Vrouwenjubileum’ van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde
Door Petra Teunissen
Het was een vrolijk feest, de benoeming van vier vrouwelijke ereleden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op zaterdag 26 mei 2018 in Leiden. Stralend middelpunt van de festiviteiten was Agnes Sneller.
De viering van dit ‘Vrouwenjubileum’ had een aanlooptijd van twee jaar. In het voorjaar van 2016 benoemde de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van de Maatschappij Els Witte tot erelid, samen met zeven mannelijke collega’s. Het aantal vrouwelijke ereleden viel sommige leden erg tegen. Susanne Onel klom in de pen. Op 22 mei 2016 schreef ze in een column op de website van de Maatschappij:
“Precies in deze feestweek kopten de kranten dat de Rijksoverheid het streefcijfer van 30% vrouwen in de top al ruimschoots (met 1%) gehaald heeft. Als ik het goed uitreken, […] betekent 1 op de 8 = 12,5%. Twaalf-en-een-half procent: dat is bij lange na geen 30%! De Maatschappij is geen Rijksoverheid, maar toch, 12,5%…”
De column van Susanne was onderwerp van gesprek tijdens de Maatschappij-lunch op 17 september 2016 in de Hortus Botanicus. Agnes Sneller stelde de aanwezigen, Ineke Huysman, Susanne Onel en ondergetekende, voor om aan het bestuur te vragen een ‘inhaalslag’ te maken. In 2018 zou het 125 jaar geleden zijn dat de eerste vrouwen ‘gewoon’ lid van de Maatschappij werden. Zou dat geen mooi moment zijn om meer vrouwelijke ereleden te benoemen? Kandidaten genoeg! We moesten maar een commissie vormen.
Zo’n rol als initiatiefnemer was neerlandica en filosofe dr. A. Agnes Sneller zeer toevertrouwd. Agnes Sneller was mijn docente aan de Opleiding Nederlands in Leiden. Zij gaf niet alleen het vak Zeventiende-eeuws, maar ook – met aanstekelijk enthousiasme – colleges Genderlinguïstiek samen met haar collega Taalbeheersing Agnes Verbiest, met wie zij het cursusboek Wat woorden doen (2000) samenstelde. Zij hield ervan ontmoetingen te organiseren op het gebied van vrouwenstudies vroegmoderne tijd en stak op zulke bijeenkomsten haar mening niet onder stoelen of banken. Ze was zeer betrokken bij de mensen om haar heen en velen profiteerden van haar grote internationale netwerk.
Het bestuur van de Maatschappij reageerde voorzichtig positief op het verzoek van Agnes. Een concreet voorstel was welkom. Een inhaalslag wat betreft te benoemen vrouwelijke ereleden en de viering van het jubileum zouden echter zeer bescheiden moeten zijn. Amper een maand later, op 31 oktober 2016, was de eerste bijeenkomst van de ad hoc commissie met Agnes Sneller, Ineke Huysman en ondergetekende. De commissie ‘Vrouwenjubileum in 2018’, zoals de werktitel luidde, moest vooral geen exclusieve vrouwenclub zijn, vond Agnes. Gelukkig waren ook Ton van Kalmthout en Menno Voskuil bereid zich in te zetten om van de benoeming van de vrouwelijke ereleden een vrolijk feest te maken.
Het bleek niet lastig om een lange groslijst te maken van getalenteerde vrouwen die in aanmerking kwamen voor het erelidmaatschap. We stelden een voordracht op met tien namen, waaruit het bestuur er vier zou kiezen. Op de jaarvergadering van 2017 keurden de leden de voordracht van Sophie de Schaepdrijver, Judith Herzberg, Els Kloek en Riet Schenkeveld-van der Dussen goed. De commissieleden schreven de laudatio’s. Agnes nam de gelegenheid te baat om, passend in de 17e-eeuwse traditie, het mooie anagram ‘en des duvelins veder krachten’ te verzinnen voor Riet Schenkeveld-van der Dussen.
Al op de eerste vergadering smeedden we plannen voor een blog over ‘vergeten vrouwen’. Onder de noemer ‘Dames in data’ zouden meer dan vijfentwintig talentvolle vrouwen die een belangwekkende bijdrage hadden geleverd aan de Nederlandse letterkunde, taalkunde of geschiedenis, een digitaal monument krijgen. Agnes was meteen vóór. Op 22 maart 2017 werd haar blog over Carry van Bruggen gepubliceerd onder de titel ‘Vorm of vent (v/m)’. Zij droeg ook allerlei namen van schrijfsters aan én van collega’s die een mooi blog zouden kunnen schrijven. Als Menno Voskuil weer een nieuw blog had geplaatst, kreeg ik direct een enthousiast mailtje van haar.
En enthousiast bleef Agnes. Toen de zaal in het Academiegebouw op zaterdag 26 mei 2018 volstroomde met de nieuwe ereleden, veel vrouwen en gelukkig ook veel mannen, was ze helemaal in haar element. Ze genoot zichtbaar van de muziek van altmezzo Margot Kalse en luitspeelster Elly van Munster en van de voordrachten uit de brieven van Maria Tesselschade Roemers Visscher en P.C. Hooft door Susanne Onel en Hans Croiset. Omdat het zo warm was en iedereen naar een koele borrel snakte, hield ze haar eigen bijdrage “De geschiedenis van vrouwen en mannen: bronnen van inspiratie en confrontatie” jammer genoeg heel kort.
De samenwerking in de Commissie Ereleden, zoals we onszelf uiteindelijk besloten te noemen, was heel plezierig. Ik heb goede herinneringen aan gezamenlijke uitstapjes naar De Rode Hoed voor de crowdfunding van 1001 Vrouwen van erelid Els Kloek en naar een bijzondere musical over Maria Tesselschade Roemers Visscher. Agnes was altijd vol belangstelling voor de projecten van de andere commissieleden. En passant stimuleerde ze ons om vrouwelijke wetenschappers voor te dragen als lid van de Maatschappij.
Op 20 augustus 2018 hadden we een evaluerend etentje met de commissie Ereleden. Agnes vond het ‘mieters’ en de volgende dag mailde ze me: “Ik heb gisteravond genoten. Hopelijk blijven er allemaal gelegenheden komen, waarop we de samenwerking kunnen voortzetten.” Ze verheugde zich enorm op het symposium ‘Vrouwengeschiedenis als bron van inspiratie’ in de Koninklijke Bibliotheek, ter gelegenheid van 25 jaar Stichting Vrouwengeschiedenis van de Vroegmoderne Tijd. Ze had gezorgd dat de Maatschappij financieel bijdroeg aan deze bijeenkomst en zou er ook zelf spreken. Helaas kon ze er op 16 november niet ‘glunderend rondlopen’ zoals wij ons hadden voorgesteld. Half oktober mailde ze me dat ze ‘zomaar ineens in het ziekenhuis beland’ was. Na een kort ziekbed is zij op 31 januari 2019 overleden. Op haar uitvaart zong Margot Kalse als laudatio opnieuw ‘O Parel en puyck der vrouwen!’ van Bredero.
Foto’s: Harry Otto