De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden heeft op 6 juli 2018
de Elise Mathilde Essayprijs 2018 toegekend aan Fien Veldman voor haar essay ‘Grenzen, deuren en ogen open. Over het uitgestrekte Nederlandse literaire landschap. De eigen natie in kosmopolitisch perspectief’.
De Elise Mathilde Essayprijs wordt dit jaar voor het eerst uitgereikt: op 1 januari 2018 riep de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde op initiatief van de Stichting Elise Mathilde Fonds deze nieuwe prijs in het leven. De prijs is vernoemd naar Elise Mathilde van Beuningen (1890-1941), die haar vermogen naliet aan de in 1935 door haar opgerichte Stichting.
De prijsvraag voor een essay is in nauwe samenwerking met het Koninklijk Nederlands Historisch Genootschap en het Genootschap Onze Taal uitgeschreven. Het essay is beurtelings gericht op het gebied van de Nederlandse letterkunde, taalkunde en geschiedenis. In lijn met de doelstelling van het Elise Mathilde Fonds om culturele en ideële doelen te ondersteunen, moeten de essays het behoud van het Nederlandse cultuurgoed – dit jaar het letterkundige cultuurgoed – centraal stellen.
De prijs bestaat uit een oorkonde en een geldbedrag van 10.000 euro.
Fien Veldman is literatuurwetenschapper, journalist en schrijver.
De bekroonde inzending zal worden gepubliceerd in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en op de websites van de het KNHG en het Genootschap Onze Taal.
De Commissie van voordracht stelt vast dat de auteur op sprankelende wijze inzichtelijk maakt hoe cultuurbehoud ook een vorm van toeval kan zijn. Uit het juryrapport:
Ze laat zien dat zowel onze omgeving als onze toekomst onvoorspelbare effecten sorteert, waardoor identiteit intrinsiek meervoudig en dynamisch is, vraagt hoe we die meervoudigheid kunnen laten voortbestaan en zoekt het antwoord in de diversiteit en meertaligheid van de Nederlandse literatuur zelf, aan de hand van Mi have a dream van Ramsey Nasr en bij Jacques Derrida. Derrida wijst erop dat de taal meervoudig is, en dat precies die eigenschap betekenis mogelijk maakt. Aan de hand van Derrida’s ‘differance’-begrip ontvouwt Veldman vervolgens een visie op cultuurbehoud en cultuurgeschiedschrijving: ook daarin wordt door uitstel en verschil betekenis gecreëerd. Het is aan toekomstige generaties om te bepalen welke literatuur het verschil heeft gemaakt. ‘Ons rest niets anders dan het verschil toe te juichen en het eindoordeel uit te stellen.’
Lees het volledige juryrapport hier.
De Commissie van voordracht bestond uit Esther Op de Beek (voorzitter), Lotte Jensen en Wijnand Mijnhardt.