Bij Uitgeverij Vantilt is vorige week de biografie Alleen in wervelende wereld. Het leven van Johan Andreas dèr Mouw [1863-1919] van Lucien Custers verschenen. Johan Andreas dèr Mouw (1863-1919) is een opmerkelijke verschijning in de Nederlandse literatuur. In vergelijking met de meeste andere dichters begon hij pas laat, rond zijn vijftigste, serieus met schrijven. Toch is zijn oeuvre aanzienlijk én zeer eigen. Dèr Mouw was wel een generatiegenoot van de Tachtigers – en zijn poëzie toont ook enige verwantschap –, maar de gedichten zijn inhoudelijk volkomen anders. Zijn levensbeschouwing sluit aan bij de volgende generatie, die in haar gedichten een verbindend principe achter individu en werkelijkheid zocht. In zijn taalgebruik en beeldkeuze is Dèr Mouw juist een voorloper van de Forum-dichters uit de jaren 1930.
Opvallend is dat Dèr Mouw de kwesties die hij in zijn filosofische teksten behandelt, laat terugkeren in zijn gedichten. De rode draad in zijn leven en werk – de vraag naar de verhouding tussen ik en wereld – wist hij uiteindelijk alleen in zijn poëzie op een voor hem bevredigende manier te beantwoorden. In Alleen in wervelende wereld valt het volle licht uiteraard ook op het persoonlijk leven van Dèr Mouw. Dat werd in 1904 onbedoeld openbaar door het ‘schandaal van Doetinchem’, een affaire die landelijk de aandacht trok en waarin hij een hoofdrol speelde.
Tegelijk met de biografie verscheen ook de bloemlezing Mijn taalorkest. Een ruime keuze uit ‘Brahman’, samengesteld door Jan Kuijper.
Alleen in wervelende wereld. Het leven van Johan Andreas dèr Mouw [1863-1919], Uitgeverij Vantilt, gebonden, 368 pag., € 29,95
ISBN: 9789460043666