In De postkoloniale podcast gaan Rick Honings en Coen van ’t Veer met gasten in gesprek over hun werk in relatie tot het koloniale verleden. In aflevering 18 van De postkoloniale podcast spreken zij met Pieter van Wingerden over negentiende-eeuwse natuuronderzoekers in Nederlands-Indië.
Van bloemen, planten en gesteenten tot vulkanen, vogels, vissen, insecten en andere dieren. In de negentiende eeuw kreeg het natuuronderzoek in Indië een nieuwe impuls. In 1815 vertrok Caspar Georg Carl Reinwardt in opdracht van koning Willem I naar Java om onderzoek te doen naar de natuurlijke gesteldheid van het land, zowel op Java als in de zogenaamde ‘buitengewesten’.
Reinwardts grootste verdienste is dat hij in 1817 in Buitenzorg (nu Bogor) een wetenschappelijke tuin stichtte: ’s Lands Plantentuin, die nog altijd bestaat: Kebun Raya Bogor. Die vormde vanaf toen het centrum van het botanische onderzoek in de kolonie. Met het oog op Reinwardts vertrek naar Nederland werd in 1820 bij Koninklijk Besluit de Natuurkundige Commissie voor Nederlandsch-Indië opgericht, een door de staat gefinancierde instelling ter bevordering van de kennis van de ‘natuurlijke gesteldheid en van de voortbrengsels in de Oost-Indiën’.
De Commissie kreeg de opdracht informatie te verzamelen door de Nederlandse bezittingen te bereizen, zowel Java en in de buitengewesten. Van meet af aan kampte de Natuurkundige Commissie met tegenslagen. Meerdere geleerden overleefden de barre tropische omstandigheden niet. Desondanks werden er in de periode tot 1850 – toen de commissie ophield te bestaan – tal van expedities ondernomen: naar Sumatra, Nieuw-Guinea en Borneo.
Alle afleveringen, dus ook de zeventien voorgaande, kunt u online luisteren op Soundcloud of via Spotify.