gepubliceerd op 16 september 2024
Dick Welsink: een leven gewijd aan de literatuur

Op 25 augustus jongstleden overleed Dick Welsink, oud-conservator van het Literatuurmuseum te Den Haag en jarenlang redacteur van ons tijdschrift Nieuw Letterkundig Magazijn (nu Accolade). Onlangs nog verzorgde hij een nieuwe editie van de verzamelde gedichteng> van Daan Zonderland. Voor de website Neerlandistiek schreven Peter Altena, Henk Eijssens, Marita Mathijsen en Jelle van der Meulen een In Memoriam, dat met toestemming van de auteurs ook op deze website verschijnt. 

Op 25 augustus 2024 overleed Dick Welsink. Hij stond in de literaire wereld bekend als conservator van het Literatuurmuseum, maar vooral als iemand die zich belangeloos inzette voor de erkenning van de waarde van de Nederlandse literatuur. Hij besefte dat auteurs uit het verleden afhankelijk zijn van literatuuronderzoekers, anders worden ze vergeten.

Van zijn hand verschenen tientallen edities van schrijvers. Daarnaast voerde hij samen met anderen de redactie van tijdschriften als het Nieuw Letterkundig Magazijn en van Aarts’ Letterkundige Almanak. Voor het Literatuurmuseum schreef hij tientallen artikelen, op papier en digitaal, en hij had een groot aandeel in de organisatie van tentoonstellingen, zoals die van Nicolaas Beets en Jacob van Lennep, op wiens sterfdag hij overleed. Hij schreef honderden korte recensies voor bibliotheken toen daar nog vraag naar was. Literair-historische tijdschriften en literaire encyclopedieën konden altijd op bijdragen van hem rekenen.

Het meest opmerkelijk is zijn inzet voor dichters en schrijvers die in het vergeetboek dreigden te verdwijnen. Het ging hem er nooit om zelf aandacht te krijgen, maar om te laten zien dat ook auteurs van light verse of nonsenspoëzie niet vergeten mochten worden. Zo verzorgde hij edities van Kees Stip en nog zeer onlangs van Daan Zonderland. Maar ook auteurs die nog wel (enige) aandacht krijgen, zoals Piet Paaltjens, Nicolaas Beets en De Schoolmeester kregen mede door hem verantwoorde nieuwe edities. Ook schreef hij tal van artikelen over grote en kleine feiten uit het leven van auteurs uit vooral de negentiende en twintigste eeuw. Internet kon ook op hem rekenen: de website van het Literatuurmuseum telt ettelijke bijdragen van hem.

Hij had ook oog voor de schoonheid van het boek. Dat dreef hem ertoe zelf mooie producten te maken, soms zelfs op de handpers. Zijn vrienden stuurde hij jaarlijks een prachtige door hem zelf ontworpen nieuwjaarskaart met daarop een onbekend gedicht, een fraaie spreuk of een tekening met een vers, soms van eigen hand.

Waar Dick onder collega’s, vrienden, leermeesters en andere literatuurliefhebbers om bekend stond, is zijn vermogen om fouten in kopij of drukproeven te ontdekken. Hij had een unieke opmerkingsgave voor juiste jaartallen, spellingen van namen, titels, nummers van edities en dergelijke en dat veroorzaakte dat hij nogal eens iemand moest verbeteren. Velen van zijn vrienden kregen na publicatie een lijstje met correcties, en veel anderen stuurden al bij voorbaat drukproeven naar hem toe. Nooit verbeterde hij gepeperd, laat staan met satanisch plezier. Kenmerkend daarentegen was zijn vanzelfsprekende behulpzaamheid. Een van zijn vrienden vroeg hem eens de definitieve versie van zijn proefschrift nog eens te bekijken. Hij was er heilig van overtuigd dat Dick er geen enkele ongerechtigheid in zou kunnen vinden. Niet dus, het waren er veel. Dick liet echter weten het proefschrift met plezier te hebben gelezen en hier en daar nog wat suggesties voor mogelijke aanpassingen aangegeven te hebben.

Dick hoorde bij degenen die meewerkten aan de herwaardering voor de literatuur van de negentiende eeuw. Aan de Universiteit van Amsterdam begon rond 1975 een ander soort belangstelling daarvoor dan eerder gebruikelijk was. In werkgroepen verzamelden zich studenten neerlandistiek die het unieke van die tijd zagen, en Dick hoorde bij de eersten daarvan. Er werden degelijke eindverslagen gemaakt en scripties geschreven en er ontstonden levenslange vriendschappen. Aan de omgang is dan nu een einde gekomen, maar niet aan de herinnering, de gevoelens en de literaire erfenis.

Peter Altena, Henk Eijssens, Marita Mathijsen en Jelle van der Meulen

g="async" class="alignnone size-full wp-image-16432" src="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/06/Zonderland-garnaal.jpg" alt="" width="512" height="840" srcset="https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/06/Zonderland-garnaal.jpg 512w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/06/Zonderland-garnaal-183x300.jpg 183w, https://www.mdnl.nl/wp-content/uploads/2024/06/Zonderland-garnaal-91x150.jpg 91w" sizes="(max-width: 512px) 100vw, 512px" />