gepubliceerd op 14 juli 2024
‘Gedichten’ van Bertus Aafjes in de DBNL

Voor de zomermaanden heeft de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) weer een flink aantal nieuwe titels toegevoegd aan de almaar uitdijende digitale bibliotheek. Zo treft de lezer deze keer Gedichten van Bertus Aafjes aan. Deze verzamelbundel verscheen oorspronkelijk in 1947 en bevat vrijwel al het werk dat de jonge dichter in de oorlogsjaren (clandestien) had gepubliceerd, waaronder het sonnet ‘Geschreven verzen’:

Geschreven verzen zijn geliefde dooden,
De dichter legt hen in een glazen schrijn,
Beziet hen met een glimlach zonder pijn
En denkt: hoe zacht is hun de ziel ontvloden.

Hij lei hen nimmer in een graf van zoden,
Zij schenen in hun dood nog stil en mild;
Maar op een nacht hun tenger lijf zich tilt
En rekt: een warme mond heeft hen ontboden.

Een verre prins heeft hen den mond beroerd
En zie, de slaapsters hebben schoone oogen
En zijn niet langer in zichzelf versnoerd.

Hij denkt: wat heeft hen tot den slaap bewogen
En op den maatgang van zijn schimmel voert
Hij hen naar huis, waar zij hem dienen mogen.

En ook nieuw in de DBNL is Het zeerooversjongetje uit 1920, het bekendste ‘Indische’ jeugdboek van Marie van Zeggelen. Zij was een Haagse auteur die in toenmalig Nederlands-Indië woonde. Ze besteedde in haar jeugdboekjes veel aandacht aan de Boeginese bevolking op Celebes (zonder daarbij overigens de koloniale machtsverhoudingen aan de kaak te stellen). Dit boek gaat over het jongetje Bo, dat op het eiland Banggai woont, bij Celebes. Hij wordt samen met een groot aantal dorpsgenoten ontvoerd door Alfoerse zeerovers. Op voorspraak van een zendeling komt hij vrij.

Bekijk hier alle nieuwe titels voor juli en augustus in de DBNL.

En lees hier het Levensbericht van Bertus Aafjes uit ons Jaarboek 1994, geschreven door Pierre H. Dubois.