In De postkoloniale podcast gaan Rick Honings en Coen van ’t Veer met gasten in gesprek over hun werk in relatie tot het koloniale verleden. In deze zestiende aflevering van De postkoloniale podcast spreken zij met Vilan van de Loo over Indische literatuur, vrouwelijke auteurs, KNIL-militairen en haar onderzoek daarnaar.
Vilan van de Loo is neerlandica, onderzoekster en schrijfster. Ze spant zich er al sinds jaar en dag voor in om aandacht te vragen voor vrouwelijke schrijvers uit de Nederlands-Indische letteren. Ze promoveerde in 2016 in Leiden op Dochter van Indië, een biografie van de Indische bestsellerauteur Melati van Java, en schreef daarna nog tal van andere boeken. De laatste jaren schrijft ze vooral over militairen. In 2020 verscheen haar biografie over J.B. van Heutsz, Uit naam van de majesteit, en in 2022 haar geschiedenis van het KNIL, Een eervol bestaan. Recent verscheen De Atjeh-generaal, een biografie van Frits van Daalen.
Het Europese leven in de kolonie werd lange tijd door mannen gedomineerd en vanuit een mannelijk perspectief beschouwd. Maar geleidelijk aan, en zeker na de opening van het Suezkanaal in 1869, kwamen er steeds meer Europese vrouwen naar ‘de Oost’, die ook begonnen te schrijven; reisteksten, romans en verhalen. Hoewel er grote vrouwelijke auteurs te vinden zijn in de canon van de Indische Letteren – denk aan Maria Dermoût en Hella S. Haasse – is er in het verleden niet altijd met waardering over hen geschreven. Hoe keken Indische schrijfsters naar de koloniale samenleving en hun positie daarin?
Alle afleveringen, dus ook de vijftien voorgaande, kunt u online luisteren op Soundcloud of via Spotify.