Op vrijdagmiddag 29 september aanstaande zal in Leiden de zevende Indische Letteren-lezing worden uitgesproken door Rick Honings, Scaliger-hoogleraar aan de Universiteit Leiden. De titel van zijn lezing is ‘Dat hele Indonesië interesseert ons geen barst’. De koloniale herinnering in het werk van J.J. Voskuil.Â
Bij het noemen van J.J. Voskuil – de auteur van romans als Bij nader inzien (1963) en Het bureau (1996-2000) – zullen de meeste lezers niet direct aan Indië of Indonesië denken. Voskuil had geen (familie)banden met de voormalige kolonie en is er nooit geweest, al scheelde het niet veel. En toch is Indië in de marge van zijn omvangrijke oeuvre voortdurend aanwezig. Het onderzoek naar de rol en betekenis van het koloniale verleden in werken van auteurs die doorgaans niet over Nederlands-Indië of Indonesië schreven, staat nog in de kinderschoenen.
De werken van auteurs als F. Bordewijk, Gerard Reve, W.F. Hermans, Maarten ’t Hart, P.F Thomése en dus ook J.J. Voskuil worden niet gerekend tot het corpus van de Nederlands-Indische letterkunde, maar ze bevatten wel degelijk sporen van ‘Insulinde’, die meer aandacht verdienen. Ze laten zien dat Indië tot in de haarvaten van de Nederlandse samenleving is doorgedrongen. Welke koloniale elementen zijn in Voskuils werk te vinden? Welke Indische personages worden erin beschreven en op wie zijn ze gebaseerd? En in hoeverre is Voskuils werk een plaats waar, in de woorden van Pamela Pattynama, de koloniale herinnering herinnerd wordt?
De lezing vindt op vrijdag 29 september om 16:15 plaats in zaal 1.01, P.J. Veth-gebouw, Universiteit Leiden. Belangstellenden worden van harte uitgenodigd om deze lezing bij te wonen. De toegang is vrij en u hoeft zich niet vooraf aan te melden.