Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Zombie zoekt zielgeno(o)t van Jan Lauwereyns:
‘Dat is compleet zombie,/ oordeelde Zombie.’ Zomaar een regel uit Zombie zoekt zielgeno(o)t van Jan Lauwereyns (1969), neurofysioloog, schrijver van Monkey business en dichter van bekroonde bundels. Zomerse zombiepoëzie. De zomerse indruk ontstaat doordat hij verwijst naar ‘het diep van juli’ en ‘deze eenentwintigste juli’, omdat ‘luie oneindigheid/ grijnst naar lome hotpants’ en ‘de airco ratelde’. De zombie, de levende dode, bekend uit de griezelfilm, laat zich steeds weer gelden en is goed voor uitspraken als ‘Toen ik nog leefde, was ik echt een klootzak’, ‘de goddelijke komedie was een menselijke tragedie’ en ‘liefde en wiskunde, de rest is fictie’.
Alleen is niet duidelijk of het werkelijk uitspraken van Jan Lauwereyns zelf zijn, want hij plukt gretig en vrijmoedig uit de Nederlandse poëzie. In de reeks ‘Ik heb je liever dan bloed. Weer bekluift Zombie het Nederlands’ mét bronvermelding vanaf bewerkte Buddingh’ (‘De blauwbilgorgel was niet kwak of kwezidon’) tot en met verwoeste Vasalis (‘Niet het bijten doet zo’n plezier, maar het doorgebeten hebben’). In een ander onderdeel van de bundel, ‘Pijnboomheuvel. Een heuse zombiekrans’, zonder verantwoording. Maar je herkent ‘de feesten van angst en pijn’, ‘symbolen en cimbalen’, ‘chrysanten, roeiers’ en talloze andere wendingen.
Toch zijn op het werk van Lauwereyns heel andere recensentenkreten van toepassing dan op andere Nederlandse dichtbundels. Zijn werk is niet heilig en veilig, maar dwars en dwaas, uitbundig en onzinnig. Jawel, Lauwereyns nadert heerlijk dicht de nonsenspoëzie met regels als ‘Naar waarheid die achter prikkels en feiten een puntje zet,/ Verlangt de pientere haan en de hen lust graag kroket’. Dat rijmt zoals alles in ‘Pijnboomheuvel’ rijmt, het gaat om moderne rederijkerij, een kunststukje, een gedichtenkrans met slotregels die als beginregels terugkeren en een afsluitend gedicht louter gevormd uit voorafgaande slotregels.
De bundel ontpopt zich, zoals de flaptekst meldt, tot een loflied op onze taal: ‘De sprakeloze plaag van dit, Nederlands,/ Ondergronds, zes voet diep in aarde, regelrechte Zombietaal’. Het Nederlands heet ‘een instrument dat huivert, kippenvel bespeelt je botten’. Heimelijk blaast de zombie onze poëzie nieuw leven in.
Mario Molegraaf
Zombie zoekt zielgeno(o)t, Uitgeverij Koppernik, paperback, 72 pag., €19,50
ISBN: 9789083295596