Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Tijgerbrood van Ruth Lasters:
De turbo-stemmen nemen het over, de stemmen met schreeuwversterker erop. Je merkt het bijvoorbeeld steeds vaker in restaurants, je kunt jezelf niet verstaan omdat een paar tafels verderop de turbo’s schetteren. Mensen die niets te zeggen hebben, maar dat desondanks of juist daarom lallend luidruchtig doen. De Antwerpse dichteres Ruth Lasters (1979) heeft ze vast ook gehoord, ze verwijst in haar nieuwe bundel Tijgerbrood naar mensen die graag tienmaal de grootste onbenulligheden vertellen. Zij zoekt naar het tegendeel van de turbo-stem, naar het tederste, kwetsbaarste, zachtste. Zelfs levert ze een ‘ode aan de laatst toegestane openbare broosheid:/ veters strikken, gehurkt of zelfs geknield midden op een stoep.’
Denk trouwens niet dat zij de stilte van haar eigen zieltje zoekt, ze schrijft bewogen en betrokken over straat en wereld. Zelfs bezoekt ze graag restaurants. Ze komt daar niet om haar turbo-stem te trainen, maar ‘voor de behendigheid van kelners/ bij het openhouden van de jas na afloop’. Waarop een bespiegeling over deze ‘allesomhelzing’ volgt en een klacht hoe ‘pokkensterrenduur’ zo’n restaurant is. Ruth Lasters tast de taal af of het een knuffeldier is, vandaar termen als ‘allesomhelzing’ en ‘pokkensterrenduur’. Vanaf gedicht één in Tijgerbrood (‘navendel’) tot en met gedicht laatst (‘opnieuwbeginnersfetisjist’) zijn er nieuwe woorden.
Ondanks de poezenvoetjespoëzie hier en daar (‘Er staat een overleversrij in mij met nummertjes/ als in een drukke slagerij’) gaat het eerder om gedachten dan om gedichten. In teksten als ‘Déjeuner’ – inderdaad over het schilderij van Manet – lijkt het of ze een strikt schema afwerkt. Ook vergelijkingen klinken soms stroef in plaats van spontaan: ‘Zoals sommige winkelkarren voorbij het supermarktterrein/ blokkeren, elektronisch beveiligd,/ zo houden misschien ook laarzen vol sensoren/ ooit automatisch halt.’
Maar vaak geeft Ruth Lasters het alledaagse leven een onalledaagse glans, de glans van noodzakelijke verbazing, van dringende vragen. Ze schrijft bij vlagen prachtig over dat ene leven van ons. Van de grootste waarde en toch niets waard: ‘als was heel de aardkluit/ slechts één korrel in de ooghoek van een slaapapneuë/ god.’ Misschien een regel waarmee je, mits met véél decibel gebracht, de turbo-stemmen tot bedaren kunt brengen. Tien kostbare tellen lang in ieder geval.
Mario Molegraaf
Tijgerbrood, Uitgeverij Van Oorschot, paperback, 80 pag., € 19,50
ISBN: 9789028231030