1. Om de drie jaar, te beginnen met 2024, kan er worden beschikt over een prijs voor de meest waardig gekeurde, in druk verschenen, in het Nederlands geschreven essayistische boekpublicatie, als tegenhanger van het academisch betoog, in de vorm van één of meer essays, columns, of een langer betoog, op het gebied van de literatuurkritiek (2024) dan wel de cultuurgeschiedenis, zodat in elk van deze rubrieken om de zes jaar een prijs, welke vergezeld zal gaan van een oorkonde, kan worden toegekend. Aangevangen wordt met rubriek literatuurkritiek.
2. De prijs bedraagt € 10.000 en zal worden gefinancierd door de Stichting Elise Mathilde Fonds.
3. De toekenning geschiedt door het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, gevestigd te Leiden, op voordracht van een voor ieder der beide rubrieken te benoemen Commissie van voordracht van minimaal drie en maximaal vijf leden.
4. Het bestuur van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde stelt de Commissie van voordracht samen. Deze bestaat uit tenminste een lid van het bestuur en een lid van de Commissie voor taal- en letterkunde (voor literatuurkritiek), respectievelijk een lid uit de Commissie voor geschied- en oudheidkunde (voor cultuurgeschiedenis), aan te vullen met een of twee ter zake kundige leden, op voordracht van voornoemde Commissie van voordracht.
5. De Commissie van voordracht wordt benoemd voor 1 november van het maatschappelijk jaar waarin de prijs kan worden verleend. Deze jury treedt in haar geheel af na de bestuursvergadering waarin de prijs is toegekend of toegekend had kunnen worden.
6. Het te bekronen werk moet voor het eerst in druk verschenen zijn in boekvorm in de zes jaar, voorafgaande aan het jaar waarin de prijs wordt verleend.
7. Het verdient aanbeveling dat de schrijvers of uitgevers van de in aanmerking komende boeken deze aan de genoemde Commissie van voordracht ter beoordeling toezenden, ofschoon deze Commissie uit de aard der zaak ook niet-ingezonden werken voor de bekroning kan voordragen.
8. De jury dient haar voordracht in bij het bestuur van de Maatschappij, uiterlijk 1 mei van het maatschappelijk jaar waarin de bekroning kan geschieden. Deze voordracht gaat vergezeld van een schriftelijke motivering. De mededeling van de bekroning geschiedt in de jaarvergadering.
9. Kan het bestuur der Maatschappij zich niet met de voordracht der Commissie verenigen, of komt naar het oordeel der Commissie generlei werk voor bekroning in aanmerking, dan wordt de prijs niet toegekend en komt hij dat jaar te vervallen.
10. Het bestuur is niet bevoegd de prijs te splitsen en te verdelen over meerdere werken of inzendingen.
11. De uitreiking van de Dr. Wijnaendts Franckenprijs (literatuurkritiek / cultuurgeschiedenis) (voor het eerst in de nieuwe opzet in 2024) is in handen van de Maatschappij en zal plaatsvinden tijdens de jaarlijkse Laureatenmiddag van de Maatschappij. Met de prijsuitreiking wordt aandacht gevraagd voor het culturele en maatschappelijke belang van het essay als genre.