Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Zo worden jaren tijd van Cees Nooteboom.
Cees Nooteboom (31 juli 1933) viert zijn negentigste verjaardag alvast met Zo worden jaren tijd. Gedichten [2022-1955]. In die volgorde inderdaad, van nu naar vroeger, van 2022, toen hij Vos publiceerde, tot 1955, de tijd van de bundel die oorspronkelijk kleine cantate van het voortdurend overlijden heette. Wanneer je dit dichterlijke oeuvre overziet, lijkt het één grote cantate van het voortdurend overlijden. Het eerste, het jongste gedicht (‘met voor altijd de as en de geur/ van het einde’) en het laatste, het oudste gedicht (‘het zal je eigen hart zijn dat je dood bijt’) hebben hetzelfde thema, net als veel gedichten tussen opening en slot. Het antwoord van Cees Nooteboom, zijn reactie op de eindigheid van het leven, lijkt om dan in ieder geval poëzie voor de eeuwigheid te schrijven.
In één gedicht ziet hij even af van dat streven, voor een uithaal naar een recensent: ‘Nee, Doorman, dat geef ik toe,/ in mijn gedichten valt weinig te lachen’. Hij verwijt de bespreker: ‘Jij wou op je eentje/ de ziel afschaffen’. Terwijl de dichter de ziel ‘deze week nog vier keer tegen’ kwam ‘bij Montale, Borges, Paz en Descartes./ Ouderwets, zul je zeggen./ Jouw probleem.’
Niet alleen in dit gedicht laat Nooteboom grote namen vallen. Hij weet veel, dat is mooi, maar verspreidt in zijn gedichten veel weetjes, en dat is minder mooi. Je krijgt geen geweldige dichtregels door een geweldige filosoof en een geweldige schilder in één adem te noemen: ‘Plato had gelijk,/ Meléndez bewijst het’. Zulke observaties, rijk aan eruditie, arm aan poëzie, zijn er tussen 1955 en 2022 voortdurend.
Cees Nooteboom, de geprezen romanschrijver en reisauteur, lijkt het liefst als dichter de geschiedenis in te willen gaan. Een dichter die zich al te bewust is van zijn dichterschap. Gedichten die gemaakt, soms zelfs gewild overkomen. Maar af en toe, per ongeluk, alsof de dichter even niet in de spiegel kijkt, zijn er prachtige, wijze, onbevangen regels: ‘Je wilde toch leven? Wou je dan/ alleen maar goud, het blauw/ van de hemel, de liefde, de zon?’
Mario Molegraaf
Zo worden jaren tijd. Gedichten [2022-1955], Uitgeverij De Bezige Bij, gebonden, 656 pag., € 49,99
ISBN: 9789403161716