Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over Met wat geluk van Ingmar Heytze:
Ingmar Heytze (1970) is altijd een benaderbaar mens onder de ongenaakbare dichters geweest. Geen poëet die uit de hoogte nauwelijks te duiden teksten op je afvuurt, maar iemand die zich vriendelijk tot je richt. Ik leg je het leven wel uit, dat probeer ik tenminste, want eigenlijk snap ik het ook nauwelijks, die houding. Op zoek naar wijze woorden, maar o ja, het moet ook poëzie worden. Met die achteloosheid lijkt het gedaan in Met wat geluk. Het werk van de ongedwongen dichter maakt daarom soms een gedwongen indruk. Door al te lange regels, door al te ingewikkelde redeneringen en door al te veeleisende vergelijkingen.
Het gekunstelde ‘Zolang je maar niet op het decor klopt/ als Dreverhaven op een deur’ valt nog te duiden voor wie zich de meedogenloze notaris uit het proza van Bordewijk herinnert. Maar wat wil Heytze zeggen met ‘Soms lijkt de dood zo dronken als die man die op de kermis altijd raak schiet en drie keer een schildpad wint’? Vooral hoe vernuftig hij is.
De dood is een belangrijk thema in de bundel, de dood van de vader van de dichter vooral: ‘rook is hij nu, rook boven de ring van Utrecht’. Maar ook de omgang met de dood en de doden in het algemeen, in zo’n typisch Heyzte-gedicht waarin in de gewoonste woorden de vragen van het leven worden afgetast. Wat tot ongewoon aansprekende gedichten leidt: ‘De doden zijn geen rugzak/ die steeds voller wordt/ om rond te slepen./ Zij zijn de splinters/ die je uitdrijft door te leven.’
Heytze mijmert in Met wat geluk uiteraard volop over ongeluk en geluk. Zijn leeftijd dijt uit, zijn leven krimpt in: ‘een kleinere wereld om te bewonen,/ een hemel vol vogels en sterren, het geluk/ van wie bestaat om te bestaan’. De schrale troost van een klopje op de schouder. Soms maakt Heytze er een pijnlijke dreun van. Mens onder de dichters? Jawel, maar wij mensen deugen niet. Zijn prachtige corona-gedicht ‘Vogels, vissen’ besluit hij met de geheime gedachte: ‘wij zijn een virus dat een virus heeft gekregen’.
Met wat geluk, Uitgeverij Podium, paperback, 56 pag., € 20,99
ISBN: 9789463811576