Mario Molegraaf belicht in deze rubriek recent verschenen bundels van Nederlandse en Vlaamse dichters. Deze keer schrijft hij over de nieuwe aflevering van Het Liegend Konijn. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie:
Mooie dromen of meestal nachtmerries over de toekomst. We zouden graag weten, of juist niet, hoe de wereld er het volgende decennium, het volgende jaar, desnoods de volgende maand uit ziet. Zijn de juiste personen opgeruimd dan wel de verkeerde problemen opgelost? Het kan niet, de grenzen van de tijd passeren, maar een beetje wel, dankzij Jozef Deleu (1937) en zijn poëzietijdschrift Het Liegend Konijn. ‘Zijn’ is niets teveel gezegd, hij is de oprichter en de enige redacteur. ‘Tijdschrift’ is niet helemaal het juiste woord, de nieuwste aflevering is een boek van 272 pagina’s, met 187 gedichten ‘uit het nest geroofd’ zoals Deleu het noemt. Hij kiest alleen de nieuwste gedichten en lijkt een voorkeur te hebben voor de nieuwste dichters. Zo krijg je een kans in de toekomst te kijken, de poëzie van later datum te zien.
Het Liegend Konijn verschijnt twee keer per jaar en is inmiddels aan de twintigste jaargang toe. Geen moeizame essays, laat staan gemakzuchtige interviews, alleen pás geschreven poëzie. Juist door al die actualiteit is dit tijdschrift een soort literair monument geworden. Tot de dichters van nu, de dichters die aan nummer 1 van jaargang 20 bijdroegen, horen uiteraard gevestigde namen als Piet Gerbrandy, Eva Gerlach, Luuk Gruwez. Maar de meeste kans om de poëzie van de toekomst te ontdekken heb je bij de nieuwe dichtersnamen.
De gedichten van morgen lijken trouwens vaak op de gedichten van vandaag en van het verleden. Ludwien Veranneman levert verfijnde mijmeringen bij een stilleven van Adriaen Coorte. De liefde, en dan vooral liefde waarbij ze niet lang en gelukkig leven, blijft een favoriet thema. Maar Lies Gallez vindt er verrassende woorden voor: ‘een relatiebreuk is wekenlang uit een rugzak leven en het gespin van je kat missen’. ‘Ik kwam, ik zag/ en kon er niet van slapen,’ reageert Isa Altink op het idee dat een deeltje van Julius Caesar door de kamer zweeft. Van Twan Vet is er een licht gedicht ‘Wat de laatste dodo dacht’. Het lijkt soms of de poëzie het lot van de dodo is beschoren, Het Liegend Konijn leert ons anders.
Mario Molegraaf
Het Liegend Konijn. Tijdschrift voor hedendaagse Nederlandstalige poëzie. Onder redactie van Jozef Deleu, Uitgeverij Pelckmans, 2022, nummer 1, 272 pag., €20 –