In de ochtend van 7 december 2002 klommen twee inbrekers via een ladder op het dak van het Van Gogh Museum. Een raam werd ingeslagen en twee schilderijen van Vincent van Gogh meegenomen: het Zeegezicht bij Scheveningen uit 1882 en Het uitgaan van de Hervormde kerk te Nuenen uit 1884-1885. De inbrekers verlieten het museum via een touw met de schilderijen onder hun arm. De daders werden twee jaar later opgespoord maar van de schilderijen ontbrak toen nog ieder spoor. Het Zeegezicht bij Scheveningen en Het uitgaan van de Hervormde kerk te Nuenen waren weg. Voor het laatste werk kan beter gezegd worden: weer weg. Het schilderij was in 1991 ook al eens gestolen als onderdeel van de omvangrijke roof van maar liefst 20 schilderijen waaronder de Zonnebloemen en het Korenveld met kraaien. Toen waren de schilderijen gelukkig na enkele uren weer terecht, maar met de diefstal van de twee schilderijen werd het geduld langer op de proef gesteld. In 2016 werden de schilderijen gevonden in een buitenwijk niet ver van Napels. Wonder boven wonder hebben de kwetsbare schilderijen de afgelopen 14 jaar in redelijke staat doorstaan zoals bleek toen ze op 30 september 2016 weer aan de wereld werden gepresenteerd.
De diefstal en terugkeer van de twee Van Gogh schilderijen herinnert aan de kwetsbaarheid kunstwerken. In moderne musea met perfecte geklimatiseerde omstandigheden en fraaie belichting is die kwetsbaarheid niet altijd even zichtbaar en worden sporen van verval graag zorgvuldig gemaskeerd. Soms zijn die sporen nog wel zichtbaar zoals nu te zien is op de tentoonstelling Koninginnen van de Nijl in het Rijksmuseum voor Oudheden. Prominent onderdeel van de tentoonstelling is het graf van Koningin Nefertari, de grote Koningin van Ramses II. Haar graf is in 1904 ontdekt door archeologen, maar grafrovers waren hen toen al voor geweest. Haar mummie was verdwenen net als veel bezittingen. Op basis van architectuur en afbeeldingen toont de tentoonstelling een reconstructie van het graf de koningin, haar kleding en haar bezittingen voordat het werd geplunderd.
Soms zijn die sporen van kwetsbaarheid nog zichtbaar in de leegte die geroofde beelden achterlaten in de openbare ruimte. Zo werd onlangs nog in februari een bronzen beeldengroep van de moderne beeldhouwer Karel Gomes (1930-2016) gestolen uit een park in de gemeente Haarlemmermeer. De beeldengroep is nog kwijt en de treurige ervaring leert dat dergelijke beelden vooral gezocht zijn vanwege de marktprijs van het ruwe materiaal. De artistieke vorm van het beeld doet er niet toe en wordt vaak omgesmolten om te worden verhandeld in het criminele circuit. De maker van het beeld Karel Gomes overleed op 6 augustus 2016. Er werd op 11 februari 2017 in bescheiden kring bij stil gestaan toen zijn geboorte en sterfjaar werden onthuld op zijn beeld De dood en de kunstenaar. Wrang genoeg bleek later dat op vrijwel hetzelfde moment elders in Hoofddorp een van zijn werken met bruut geweld werd ontvreemd.
De kwetsbaarheid van kunst en cultuur voor roof en vernietiging is net zo oud als de kunst zelf. De twee schilderijen van Vincent van Gogh, het graf van Nefertari en de beeldengroep van Karel Gomes zijn slechts enkele actuele voorbeelden daarvan. Tegelijkertijd is ook de verwoesting en roof van archeologisch en religieus erfgoed elders in de wereld, vooral in Syrië en Irak, de afgelopen tijd uitvoerig in het nieuws. Ondertussen wordt er in het gebied zelf en vanuit de hele wereld actie ondernomen om erfgoed te beschermen, te behouden en op te bouwen. Dit is ook het onderwerp van de documentaire The Destruction of Memory van de Australische filmmaker Tim Slade die binnenkort in het Rijksmuseum voor Oudheden zal worden vertoond. Opzettelijke vernietiging van kwetsbaar cultureel erfgoed geldt als een oorlogsmisdaad onder het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof. Niet alleen omdat deze vernietigingen de identiteit van lokale gemeenschappen aantasten, maar ook omdat de mensheid als geheel een groot verlies lijdt door de verdwijning van een deel van het collectieve geheugen.
Juist vanwege hun kwetsbaarheid is het een klein wonder dat de twee schilderijen van Vincent van Gogh wèl in redelijk goede staat weer zijn terug gevonden. Reden genoeg om ze te gaan bekijken in het Van Gogh Museum waar ze sinds 21 maart 2017 weer te zien zijn voor het publiek in het museum waaruit ze eerder waren gestolen.