‘Iemand moest Josef K. belasterd hebben‘ en eindelijk is dan bekend geworden, wie dat is geweest. Wat decennialang behoorde tot de meest zorgvuldig bewaarde geheimen ter wereld, is dankzij het vasthoudende speurwerk van een team van onderzoeks- en misdaadjournalisten nu boven water gekomen. De journalisten, afkomstig uit zowel de sociale als traditionele media, hebben dit vanochtend in een persbericht bekend gemaakt.
Zij hebben voor het achterhalen van onder meer de identiteit van de lasteraar en andere hiermee samenhangende feiten, meermalen een beroep gedaan op de Wet Openbaarheid Bestuur. Daarmee zijn zij de archieven ingedoken. Het leidde, in de woorden van de voorzitter, tot een van de meest opzienbarende scoops van deze én voorgaande eeuwen.
Eerbaarheid
Josef K. was, zoals bekend, een Duitssprekende procuratiehouder uit Praag. Na een spraakmakend en tumultueus verlopen proces werd hij daags voor zijn eenendertigste verjaardag geëxecuteerd. Zijn identiteit staat inmiddels vast, de mate van zijn schuld echter nog niet. Nog altijd zijn de rechtsgeleerden het niet eens over de vraag hoe en in hoeverre K.‘s achtergrond en persoonlijkheid aan zijn eigen veroordeling hebben bijgedragen.
Sommigen gaan er daarbij van uit dat K. te goeder trouw was, toen hij zich voor het gerecht trachtte te verantwoorden. Volgens anderen nam K.‘s gebrek aan onschuld zulke groteske vormen aan dat het genoeg was om zich al van meet af aan een doodvonnis op de hals te halen. Bovendien gaf K. blijk zich van dit gebrek aan onschuld in hoge mate bewust te zijn. Er was, in de woorden van K. zelf, geen ontkomen aan.
Hoe dan ook is nooit gebleken of K. volledig op de hoogte was van de ‘uiterst geheimzinnige zakelijkheid‘ (H. Marsman) die hij met zijn gebrekkige verdediging personifieerde. Naïef, dom of zachtaardig kan hij toch niet worden genoemd. Zijn beste eigenschap was zijn eerbaarheid. Hij kende het systeem goed waarbinnen hij opereerde; de redelijkheid, de billijkheid vormden zijn voornaamste wapens in een gevecht dat hij wel moest verliezen, zo stellen de journalisten-onderzoekers nu in hun rapport, aangezien hij noch redelijk, noch bijzonder billijk was.
K. was in het algemeen een man zonder sociaal vangnet. Aan de ene kant verkeerde hij dan ook in de veronderstelling dat hij als Jacob met de engel vocht; aan de andere kant was hij verbijsterd, zeg maar gerust met blindheid geslagen, door het banale uiterlijk van de dingen die hij haatte en vreesde – en dat uit het diepste van zijn hart. Wie verwachtte hij eigenlijk tegenover zich te vinden? zo vraagt de voorzitter van het onderzoeksteam zich in de concluderende paragrafen van het rapport (p. 267) vertwijfeld af. Verwachtte hij soms de duivel met hoorntjes?
Het kan niet als een verrassing komen dat de lasteraar in de meest intieme kringen rond K. zelf gezocht moest worden. Maar waar bevonden zich die kringen? Dat was het uitgangspunt, waarmee de journalisten het onderzoek startten dat na ruim elf maanden succesvol kon worden afgerond.
Temporele paradox
Wat is nu het gevolg van deze opzienbarende publicatie? Zal de lasteraar zich op zijn beurt moeten verantwoorden voor de grove schending van de persoonlijke integriteit en het leven van K., wat zijn daad primair tot gevolg heeft gehad? Of is het hierboven gesignaleerde gebrek aan K.‘s onschuld, waar zoals gezegd vraagtekens bij kunnen worden gezet, groot genoeg om het lot van de lasteraar te verlichten?
De verwarring die van dit alles, aldus de onderzoekers, het onbetwistbare resultaat is, vormt op zichzelf nog geen belastend feit (p. 488), aangezien het proces tegen Josef K. zich tot in lengte van dagen zal herhalen – hoewel nooit helemaal op dezelfde manier (ne bis in idem). ‘Van de schaamte valt inmiddels niemand meer te redden,‘ postuleren zij. ‘De ontknoping, de ontlastende verklaring die naar de enige juiste persoon wijst, komt tot in de eeuwigheid te laat,‘ aldus het lijvige rapport, dat inmiddels op verschillende internetsites circuleert en één dezer dagen in boekvorm zal verschijnen.
Maar vormt deze temporele paradox, los van de gevolgen die de mensenmaatschappij wil geven aan wat zij identificeert als handelingen in de tijd, aan de andere kant niet wel degelijk een laakbaar verwijt, vragen de onderzoekers zich bijkans pro domo af: waarvoor hebben wij überhaupt een bewustzijn, als we ons steeds opnieuw van geen kwaad bewust zijn?
Je hoeft maar om je heen te kijken om te weten wat een dodelijke vergissing dat is.
Hoe heeft de beruchte, en tot voor kort anonieme lasteraar van Josef K. zo diep kunnen zinken?
Nu de ware identiteit van de schuldige bekend is, rest ons de vraag hoe het zover heeft kunnen komen. Wat brengt iemand tot zo‘n ogenschijnlijk onschuldige daad, die echter zulke enorme en onvoorziene gevolgen heeft voor de mensheid in het algemeen en voor die ene opgejaagde, tot zondebok gemaakte mens in het bijzonder?
ik bericht, dat de dichters van fluweel
schuw en humanisties dood gaan.
voortaan zal de hete ijzeren keel
der ontroerde beulen muzikaal opengaan
dichtte de gevallen engel onder de modernistische Nederlandse dichters, Lucebert. Het rapport van de journalistengroep, die zich met een kleine klankomzetting naar deze dichter heeft vernoemd, citeert na talloze gesprekken met bronnen de jongeman met het gladde, donkere gezicht, die zich naar eigen zeggen ‘sinds lange tijd met zichzelf heeft verzoend‘.
En dat is maar goed ook, betogen de onderzoeksjournalisten, aangezien onverzoenlijkheid met het eigen leven dat leven een stuk minder waard maakt, terwijl de prijs die men ervoor betaalt, toch steeds even hoog blijft.
Waarom de identiteit van de lasteraar dan niet eerder boven tafel is gekomen, is een andere kwestie waarop de journalisten het antwoord pas na lang archiefonderzoek en interviews met tal van deskundigen en hoogleraren hebben kunnen formuleren. ‘De wens om vrij te zijn van het schuldgevoel dat aan iedere misdaad kleeft (een misdaad die in dit geval ook door de wens om vrij te zijn van schuldgevoel werd ingegeven), lijkt ten grondslag te liggen aan de schaamte waarmee lastering en loochening tot op heden aan de volledige openbaarheid onttrokken blijven. En volledige openbaarheid is een voorwaarde voor een succesvolle samenleving, wanneer we principes als rechtvaardigheid en menselijkheid hoog in het vaandel hebben staan.‘ Waarvan akte.
Het advies waarmee het onderzoeksrapport besluit, lijkt ons dan ook het enige juiste. Wij willen het hier bij wijze van oproep herhalen: laat de lasteraar zichzelf bekend maken, nu we onszelf allemaal op de hoogte hebben kunnen stellen van zijn identiteit, als we dat zouden willen. Het is voor hem zonder twijfel de enige manier om zijn eer, hoewel niet zijn leven, nog te redden.