Martin Bossenbroek heeft onlangs bij Uitgeverij Athenaeum een nieuw boek gepubliceerd:Â Kolonialisme! De vloek van de geschiedenis. Het koloniale verleden en het slavernijverleden van Nederland staan de laatste tijd volop in de belangstelling, in steeds negatievere… lees verder…
Bij Uitgeverij Pelckmans verscheen eerder dit jaar Thuiskomen. Leven en werk van Walter van den Broeck van Jos Borré. In ruim een halve eeuw tijd heeft Walter van den Broeck (1941-2014) een indrukwekkend oeuvre opgebouwd, met… lees verder…
De klaslokalen hadden een podium waar de leraar zat te roken en er werd nog met krijt op het bord geschreven, toen ik in oktober 1987 als leraar Nederlands in dienst trad van de Hogere Economische School (HES) aan het Raamplein 1. De literatuur was al uit het lesprogramma verdwenen. Nederlands hield in: taalbeheersing. Door leraren economie werd ik nog wel eens aangesproken over de handel in Het Wereldtijdschrift in Lijmen / Het Been van Willem Elsschot, of een collega bracht Bint, van F. Bordewijk, ter sprake.
Zelf dacht ik vaak aan de schrijver en oud-Indischman Rob Nieuwenhuys (1908-1999), die hier als leraar Nederlands in ditzelfde gebouw door dezelfde gangen liep, op hetzelfde podium voor de klas zat. In het neo-classicistische gebouw van architect J.B. Springer (1854-1922) was toen de Eerste Openbare Handelsschool gevestigd, waar de vijfjarige HBS deel van uit maakte. Literatuur had nog een prominente plaats in het curriculum en Nieuwenhuys vertelde er met veel kennis en enthousiasme over aan zijn leerlingen onder wie de latere schrijvers en jongens van het latere tijdschrift Barbarber (1958-1971): Gerard Stigter (K. Schippers), Henk Marsman (J. Bernlef) en Gerard Bron (G. Brands), die de verticale vorm van het tijdschrift bedacht. Nieuwenhuys was zo’n leraar wiens aanstekelijke verhalen over literatuur oversloegen naar leerlingen met gevoel voor anekdotiek, originaliteit en humor.......