Op maandagavond 19 mei aanstaande vindt in het Pieter De La Court gebouw van de Universiteit Leiden het evenement Het Geheugen van Geur plaats. Tijdens deze tweede editie staat een boeiende lezing op het programma, geïnspireerd… lees verder…
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, gevestigd te Leiden, werd in 1766 opgericht als een vereniging van letterkundigen, taalkundigen en historici. Zij heeft als doelstelling de beoefening van de betreffende disciplines in hun onderlinge samenhang te bevorderen…. lees verder…
De Gelderse IJssel, die trouwens ook Overijssel aandoet, heeft sinds mensenheugenis een natuurlijke grens gevormd. Na de val van het Romeinse Rijk was het de grens tussen de Franken en de Saksen, later tussen het kwartier van Zutphen, zeg maar de Achterhoek, en dat van Arnhem, en nu nog vormt de rivier de scheiding tussen Gelderland en Overijssel. Niet alleen tussen het landschap van de zuidelijke Veluwezoom en de Graafschap zijn er verschillen, maar ook tussen de autochtone bewoners van die gebieden. De oorspronkelijke Achterhoeker is wat agrarischer en feodaler ingesteld, wat praktischer en nuchterder van aard dan de Veluwezomer, die meer historisch besef heeft en geneigd is het verleden te koesteren.
Louis Couperus betrok in juni 1923 zijn nieuwgebouwde huis in De Steeg, op een boogscheut afstand van de IJssel. Lang heeft hij er niet van kunnen genieten want in juli van datzelfde jaar overleed hij. In april nog had hij in het Haagse dagblad Het Vaderland een van zijn ‘Intieme Impressies’ gepubliceerd onder de titel ‘Het aroom van vervlogene tijden’, waarin hij de romantische sfeer van het Gelders landschap schetste. Hij is van mening, dat langs de Rijn- en IJsseloevers de antieke atmosfeer, die soms niet meer is dan een lichtspeling of een geur, nog te proeven en te beleven is.
En meer dan in Holland omvademt de gevoelige ziel aan de boorden van de IJssel het aroom van van lang en allerlangst vervlogene tijden. Een tederheid van stemmingen en licht vervloeit langs de rivier en blijft, op sommige uren, er hangen als een dromende glimlach. De soms snel vlietende wateren van de Rijnse zijstroom kronkelen zich hier tweemaal meandersgewijze en vormen als twee schiereilanden, de Vaalwaard en Zuidenwaard, waar het ijle lentehout vagelijk groen te bladeren begint …
Inmiddels is die bevallige kronkeling in de rivier ten behoeve van de scheepvaart en de aanleg van een snelweg van haar grilligheden ontdaan.......